Johan Van Overtveldt

Op 21 mei 2014

'De essentie van de vele maatschappelijke discussies die vandaag met ongekende intensiteit woeden, laat zich samenvatten in twee woorden: méér jobs, zo schrijft Europees lijsttrekker voor de N-VA Johan Van Overtveldt.

Of het nu gaat over armoede en criminaliteit of over levensvreugde en gezinsstabiliteit dan wel over huidige en toekomstige welvaart of de leefbaarheid van onze publieke financiën tegen de achtergrond van de vergrijzing, de schepping van méér jobs behoort altijd tot het wezen van de oplossingen waar iedereen in elk van die deelgebieden naar zoekt.

Sociaal-economisch maakt de N-VA van jobbehoud en jobcreatie haar absolute prioriteit. De evaluaties gemaakt door de professoren van de KU Leuven in het kader van de oefening “Rekening 14” laten ondubbelzinnig zien dat de N-VA inzake tewerkstelling inderdaad het krachtigste en meest steekhoudende programma voorlegt aan de kiezers. Heel concreet zullen er bij uitvoering van ons programma 135 000 jobs extra bijkomen in de volgende legislatuur.

Duurzame jobcreatie speelt zich voor de N-VA op de allereerste plaats af in de private sector van de economie. Op 100 Belgen zijn er slechts 41 die werken, van wie 9 voor de overheid. Alles bijeen zijn het dus maar 32 op 100 die de economie doen draaien. Bij ongewijzigd beleid zijn de werkenden in de privé tegen 2050 nog maar met 26. De voortdurende problemen met de federale overheidsbegroting maken dat uitbreiding van het aantal jobs in overheidsverband nooit een structureel antwoord kan bieden op de nood aan méér jobs. De N-VA zet daarom in op twee pijlers: enerzijds een verbetering van het ondernemings- en investeringsklimaat en anderzijds een directe en substantiële verlaging van de loonkosten.

Stabiliteit inzake fiscaliteit

Wat het ondernemings- en investeringsklimaat betreft, gaat de N-VA voor een fiscaal pact met de ondernemingen. Bij de aanvang van de legislatuur maken we duidelijke afspraken met de ondernemingen en dat is het dan. Vijf jaar stabiliteit inzake fiscaliteit is iets waar alle ondernemers naar smachten. Niets rijdt ondernemersinitiatief en investeringsplannen zo in de wielen als voortdurende wijzigingen aan het fiscale en reglementaire kader. Vandaar ook het grote belang van de door Vlaams minister Philippe Muyters uitgetekende omgevingsvergunning (alle vergunningen in één formaat) die nu een realiteit geworden is. Ook ons voorstel om inzake arbeidsvoorwaarden tot all-in-akkoorden lopend voor twee jaar te komen, zal de ondernemingen veel meer stabiliteit in hun werkomgeving bezorgen.

In het kader van dit fiscale pact zal de vennootschapsbelasting in ieder geval onder de 25 procent gebracht worden. Er komt ook een bijkomende belastingvrijstelling voor geherinvesteerde winsten en hogere aftrekken voor innovatie-inspanningen. Vooral de KMO-ruggengraat van de Vlaamse economie zal daaruit aanzienlijke bijkomende investeringsmiddelen kunnen putten. Ook zal de N-VA onmiddellijk de liquidatiebonus van de 25 procent ingevoerd door de regering-Di Rupo terug naar 10 procent brengen. Deze maatregel was een echte pestbelasting die om heel begrijpelijke redenen veel kwaad bloed zette bij ondernemers en zelfstandigen.

Verlaging loonlasten

De verbetering van het ondernemings- en investeringsklimaat zal de economische groei en de tewerkstelling ten goede komen. Bestaande banen zullen makkelijker behouden kunnen blijven en nieuwe jobs zullen sneller gecreëerd kunnen worden. Maar om op tewerkstellingsvlak de bakens écht te verzetten, is er zeker ook een forse verlaging van de loonlasten nodig. Onze loonkosten zijn vandaag 16 procent tot 25 procent te hoog in vergelijking met de landen waar de ondernemingen zitten met dewelke onze bedrijven vooral moeten concurreren.

Te hoge loonkosten rijden ons allen op twee manieren zwaar in de wielen. Ten eerste hypothekeren zij ten gronde het internationaal concurrentievermogen van onze ondernemingen. Dat betekent minder omzet, minder rendabiliteit en dus onvermijdelijk minder jobs. De geneigdheid om in België te blijven investeren, vermindert evenredig. Finaal kan en zal een situatie van te hoge loonkosten tot gehele of gedeeltelijke delocalisatie van ondernemingen leiden. Sommige van die delocalisaties halen de media, vele delocalisaties grijpen echter in alle stilte plaats maar wegen daarom niet minder zwaar op de Belgische en Vlaamse economie. Ten tweede zetten te hoge loonkosten ondernemingen ook aan tot rationaliseringen en automatiseringen. Kapitaalsintensieve productie wordt aan ondernemingen opgedrongen door de omgeving geschapen door het beleid. Vooral de minder geschoolden uit onze beroepsbevolking lijden daar erg onder.

De N-VA staat voor een onmiddellijke aanpak van het loonkosten-probleem. De loonkosten dalen in ons programma van bij de aanvang met 5 procent. De lineaire verlaging van de werkgeversbijdragen loopt snel op van 3 miljard euro op jaarbasis naar 4,5 miljard euro. Tevens voeren wij in 2015 één indexsprong door, een maatregel bedoeld om de jobcreatie fors aan te zwengelen. Alle specialisten terzake erkennen dat een indexsprong de schepping van nieuwe banen stevig zal aanwakkeren. De gevolgen op de koopkracht van al diegenen met een bruto-maandloon tot 3000 euro worden onmiddellijk en méér dan geneutraliseerd via een verlaging van de personenbelasting en een verruiming van de werkbonus. Diezelfde twee ingrepen maken dat op iets langere termijn iedereen netto méér in zijn loonzakje zal terugvinden.

Het programma van de N-VA om tot meer jobs te komen is helder en efficiënt. Het is ook uitvoerig doorgerekend zodat er geen onverwachte financieringsgaten zullen vallen. Met de N-VA komt er ook op het zo belangrijke vlak van de tewerkstelling echt verandering voor vooruitgang.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is